Een architectuuropleiding?

Op zoek naar een eerste ijkpunt voor de situering van de artistieke activiteiten van Bosschaerts werd gefocust op zijn architectuuropleiding. Die wordt in de overlevering en de neerslag ervan gesitueerd in Nederland, kort na de eerste wereldoorlog (ca. 1919). Onderzoek in de studentenlijsten bewaard in het Nederlands Architectuur Instituut (NAI) te Rotterdam leverde niets op. Eén bron in Affligem[1] spreekt over een private kunstopleiding in Amsterdam, na tussenkomst van Cyriel Verschaeve. Na negen maanden is hij terug in Affligem met een onofficieel ‘getuigschrift’. Deze periode van architectuuropleiding werd door zijn confraters niet erg ernstig genomen. Het is ook niet duidelijk of hij een architectuuropleiding kreeg of architectuur ging bestuderen. Dit laatste is waarschijnlijker gezien de korte duur en wordt vooral bevestigd door de aard, vorm en techniciteit (of het gebrek daaraan) van de ontwerptekeningen die met enige zekerheid aan Bosschaerts kunnen toegeschreven worden (zie verder). In negen maanden kun je ook geen behoorlijke architectuurtechnische bagage verwerven noodzakelijk voor een praktijk gericht op innoverende projecten van grote afmetingen.

------------------------------------
[1] Albertus VAN ROY, Uit het verleden van Affligem. 1966.
Deze uitgetikte geschiedenis van de abdij (doorslag in de map Bosschaerts van het abdijarchief) besteedt enige aandacht aan de figuur Bosschaerts, in de eerste plaats als religieus denker en organisator. Over de periode onmiddellijk na de eerste wereldoorlog staat er: “Daarna kwam hij terug naar Affligem, maar niet voor lang. Hij wilde, om later meer nuttig te zijn, architectuur gaan bestuderen. Men vroeg Cyriel Verschaeve voor advies. Die had gehoord van een private kunstschool te Amsterdam. Daar toog dus Dom Constantinus heen. Intussen rijpte bij hem het idee van reguliere oblaten. Hij wist in Holland goede betrekkingen aan te knopen en kwam na negen maanden terug met een getuigschrift dat wel niet officieel was maar zijn prestige in zekere kringen flink deed stijgen.”

Geen opmerkingen: